Tuesday, March 8, 2011

Inhoudsopgave, Proloog en Hoofdstukken 2 en 3


Noot: De dingen die in dit boek als deel van Operation Twins II en III worden beschreven zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen, de persoons- en straatnamen zijn echter hier en daar veranderd.

Inhoudsopgave

Proloog – Parachutisten
Hoofdstuk 1 – De Slaapwagon (nog niet vertaald)
Hoofdstuk 2 – Moderne Gladiatoren
Hoofdstuk 3 - Vliegtuigen vallen uit de lucht als regendruppels
Hoofdstuk 4Texel (nog niet geschreven)
Hoofdstuk 5Tanzania (nog niet vertaald)
Hoofdstuk 6 - Computerprogrammeur (nog niet vertaald)
Hoofdstuk 7 – “I am the terrorist!” (nog niet vertaald)
Hoofdstuk 8 - Blanke indianen (Nog niet geschreven)
Hoofdstuk 9 - Kobni Vluchten (nog niet geschreven)
Hoofdstuk 10 – “Dit is maar een conventionele raket,
U wilt oorlog?  Zeg het maar!
(nog niet geschreven)
Hoofdstuk 11 - ''Bin Laden is een terrorist!'' (nog niet geschreven)
Hoofdstuk 12– TITANEN (voorhanden in het engels)
EINDE VAN HET TWEEDE DEEL


*******

Proloog

PARACHUTISTEN

Het eerste team

Schmidt opent de deur van het vliegtuig. Op een hoogte van tienduizend meter springt hij als eerste met het hoofd naar beneden de afgrond in, gevolgd door Rita en Dolf.
Ze vliegen pijlsnel naar beneden. Alle drie ademen zuurstof uit speciale flessen in. Diep onder hen ligt een dicht wolkendek.
In tientallen seconden is het trio verloren in waterdamp.
Direct daarna zien ze uitgestrekte prairies.
Op een hoogte van minder dan driehonderd meter trekt Schmidt aan de handgreep.
De parachute opent. Zijn vrienden volgen hem. Al snel raken alle drie met succes het droge gras.
Alle knopen behendig de parachutes los en verpakken die. Ze leggen hun rugzakken af en trekken hun parachute-overalls uit die zij aangetrokken hadden over hun gewone kleren.
Schmidt pakt een klein militair schopje en graaft snel een kuil. Hetzelfde doen Rita en Dolf.
Binnen enkele minuten begraven ze de parachutes en de apparatuur.
Schmidt haalt een mobiele telefoon uit zijn leren pilotenjas en tikt een nummer in. Onmiddellijk
krijgt hij verbinding. Ondanks dat ze zich ver van een bewoond gebied bevinden, fluistert hij:
"Hallo! Hier zwarte adelaar.
"Is alles goed!
Ja! Alle drie zijn we levend en wel.”
Niemand heeft jullie opgemerkt!”
Niemand!
O! Good luck.
Heel erg bedankt!
Het drietal loopt naar een snelweg. 

*

De gemodificeerde Boeing 767-200, vlucht AA 11, vliegt verder op weg naar New York. De ontvanger stuurt signalen. De computer in de Boeing vermindert hoogte.  Onder het vliegtuig verschijnen grote gebouwen. De computer verlaagt de hoogte opnieuw tot driehonderd meter. Door het grote lawaai kijken de New Yorkers naar boven.
Een taxichauffeur gluurt door een open raam. Zwaaiend met een gebalde vuist, schreeuwt hij:
"De route van die piloot is niet normaal. Een gebouw zal geraakt worden.”
Zijn klant tuurt naar de hemel:Misschien is hij dronken.
Op precies 46 minuten na 8 kust de neus van de Boeing 767-200, waarin 200 kg. eerste klasse uranium is ingebouwd, op volle snelheid het ontvangende apparaat dat zich bevindt in een kantoor  van de noordtoren van het World Trade Center. Een sterke explosie weerklinkt. Direct ontploft het reservoir met brandstof. Het veroorzaakt een enorme brand die zich bliksemsnel verspreid. Alle ambtenaren op die verdieping verbranden levend als waren zij kaarsen.
In de hele toren ontstaat paniek. Mensen rennen richting de liften en de nooduitgangen op de trap. Ze duwen elkaar. Vrouwen gillen en vallen hysterisch neer op de marmeren vloeren. Mannen vertrappen hen. Iedereen wil zo snel mogelijk het gebouw verlaten.
New Yorkers kijken verbijsterd zwijgend naar de grote brand. De zwarte rook die in de lucht opstijgt lijkt te zijn teruggekeerd uit de tijd dat de inboorlingen van het nieuw continent rooksignalen verzonden.
De taxichauffeur slaat met beide handen op het stuur.
Wat heb ik u gezegd!”
Zijn klant knikt!
Ja! Ja! Helaas, u had gelijk! 
                                                      

Het vierde team

Helga opent de deur van het vliegtuig. Op een hoogte van tienduizend meter springt zij als eerste met het hoofd de afgrond in, gevolgd door Karl en Robert.
Ze vliegen als pijlen omlaag. Alle drie ademen zuurstof in uit speciale flessen. Diep onder hen ligt een dicht wolkendek.
In tientallen seconden is het trio is verloren in waterdamp.
Direct daarna zien ze uitgestrekte prairies.
Op een hoogte van minder dan driehonderd meter trekt Helga aan de handgreep. De parachute opent, haar vrienden volgen haar. Al snel landen alle drie met succes op het droge gras.
Behendig knopen ze de parachutes los en verpakken die. Ze trekken hun rugzakken uit en parachuteoveralls die ze hadden aangetrokken over hun gewone kleren.
Helga pakt een klein militair schopje en graaft snel een kuil. Hetzelfde doen Karl en Robert.
Binnen enkele minuten begraven ze de parachutes en de apparatuur.
Helga haalt een mobiele telefoon uit haar leren pilotenjas en tikt een nummer in. Onmiddellijk
krijgt ze verbinding. Ze fluistert:
Hallo! Hier zwarte adelaar nr. 4.
Is alles goed!
“Ja!”
Niemand heeft jullie gezien!
“Niemand! Hoe zit het met de andere vogels?”
Nummer één heeft met succes het nest gevonden.”
“Uitstekend! Wat nu?
“Handel volgens instructie.”
O! Groetjes!
Good luck.

*

De gemodificeerde Boeing 757, vlucht AA 77, vliegt verder op weg naar Washington. De ontvanger stuurt signalen. De computer in de Boeing vermindert hoogte.
Plotseling raakt een raket de staart van het vliegtuig.
Het vliegtuig verandert van koers richting het noorden.
Twee F-15 straaljagers halen het vliegtuig in. Uit de luidspreker van de tweede straaljager is een teleurgestelde vrouwelijke stem te horen:
Sorry Bill!
Geen probleem!
Probeer jij het!
“Doe ik! Maak je geen zorgen!
De piloot drukt op een rode knop om een lucht-luchtraket af te vuren en treft het vliegtuig in het midden van de romp.
De neus van het vliegtuig valt hals over kop naar beneden. In tientallen seconden kust de neus van het vliegtuig, waar 200 kg eersteklasse uranium is ingebouwd, de grond. Er weerklinkt een sterke explosie. De neus spat uiteen in honderd stukken. De twee F-15 straaljagers vliegen  boven het neergehaalde vliegtuig. Uit de luidspreker van de tweede straaljager klinkt een gelukkige vrouwelijke stem:Goed schot, Bill.
Bedankt Lisa!

 Het derde team

Frida opent de deur van het vliegtuig. Op een hoogte van tienduizend meter springt zij als eerste met het hoofd de afgrond in, gevolgd door Klaus en Frans.
Ze vliegen als pijlen omlaag. Alle drie ademen zuurstof in uit speciale flessen. Diep onder hen ligt een dicht wolkendek.
In tientallen seconden is het trio is verloren in waterdamp.
Direct daarna zien ze uitgestrekte prairies.
Op een hoogte van minder dan driehonderd meter trekt Frida aan de handgreep. De parachute opent, haar vrienden volgen haar. Al snel landen alle drie met succes op het droge gras.
Behendig knopen ze de parachutes los en verpakken die. Ze trekken hun rugzakken uit en de parachuteoveralls die ze hadden aangetrokken over hun gewone kleren.
Frida pakt een klein militair schopje en graaft snel een kuil. Hetzelfde doen Klaus en Frans.
Binnen enkele minuten begraven ze de parachutes en de apparatuur.
Frida haalt een mobiele telefoon uit haar leren pilotenjas en tikt een nummer in. Onmiddellijk
krijgt ze verbinding. Ze fluistert: “Hallo! Hier zwarte adelaar nr. 3.
Is alles goed!
“Ja!”
Niemand heeft jullie gezien!
Niemand! Hoe zit ‘t met de andere vogels.”
First Eagle heeft een voltreffer!”
Bravo! Jil!”
Uit de luidspreker van de mobiel klinkt een rauwe stem!
“Kutwijf! Noem mijn naam niet!”
Sorry! Ik ben opgewonden.”
“Daar hebben we het later nog wel over. De vierde adelaar stierf tijdens de vlucht.”
Hoezo?”
Weten we niet. Volg de instructies.”
“Zal ik doen! Maak je geen zorgen!
Good luck!
Het drietal loopt richting de snelweg. 

*

De gemodificeerde Boeing 757, vlucht UA 93, vliegt verder naar Washington.
Plotseling treft een raket het vliegtuig.
Het vliegtuig keldert. Binnen tientallen seconden kust de neus van het vliegtuig, waarin 200 kg eersteklasse uranium is ingebouwd, de grond. Er echoën sterke explosies. Het vliegtuig spat uiteen in honderd stukken. Twee F-15 straaljagers vliegen boven het neergehaalde vliegtuig. Uit de luidspreker van de eerste straaljager klinkt een gelukkige stem:Goed schot Lisa.
Bedankt Bil! 

Het tweede team

Karl opent de deur van het vliegtuig. Op een hoogte van tienduizend meter springt hij als eerste met het hoofd naar beneden de afgrond in, gevolgd door Frans en Sigrid.
Ze vliegen pijlsnel naar beneden. Alle drie ademen zuurstof in uit speciale flessen. Diep onder hen ligt een dicht wolkendek.
In tientallen seconden is het trio verloren in waterdamp.
Direct daarna zien ze uitgestrekte prairies.
Op een hoogte van minder dan driehonderd meter trekt Karl aan de handgreep.
De parachute opent. Zijn vrienden volgen hem. Al snel raken alle drie met succes het droge gras.
Allen knopen behendig de parachutes los en verpakken die. Ze leggen hun rugzakken af en trekken hun parachute-overalls uit die zij aangetrokken hadden over hun gewone kleren.
Karl pakt een klein militair schopje en graaft snel een kuil. Hetzelfde doen Frans en Sigrid.
Binnen enkele minuten begraven ze de parachutes en het apparatuur.
Karl haalt een mobiele telefoon uit zijn lederen pilotenjas en tikt een nummer. Onmiddellijk
krijgt hij verbinding.
Hallo! Hier, zwarte adelaar nr. 2.
Is alles goed!
“Ja! Is ‘t goed met de anderen?”
Ja en nee!
“Begrijp ik niet!
“Zal ik je later vertellen. Niemand heeft jullie gezien!
“Niemand!”
First Eagle heeft met succes het nest gevonden. Maar de derde en vierde zijn in de lucht gestorven.
“Je grapt…”
Helaas niet! Maar iemand ander is betrokken in het spel en bezocht een ander niet gepland nest.”
Hoezo!?!
Weten we niet. Maar het doel is zelfs nog beter dan we droomden.
Karl geeft hardop het goed nieuws door:
“Jongens. De eerste toren en een ander nest zijn getroffen.”
Frans en Sigrid huilen van geluk:
Bravo!
Uit het mobieltje is een ruwe stem te horen:
“Zijn jullie gek geworden. Psssst!
Karl legt zijn vinger op de lippen:
Psssst!
Zijn vrienden worden rustig. Uit het mobieltje klinkt de stem:
“Over enkele minuten zullen we jullie kunst zien. Nu werken volgens opdracht.
O, baas. Tot ziens.
Good luck!
Het drietal loopt richting de snelweg. 

*

De gemodificeerde Boeing 767, vlucht UA 175, vliegt verder naar New York. De ontvanger stuurt signalen. De computer in de Boeing vermindert hoogte. Onder het vliegtuig verschijnen grote gebouwen. De computer verlaagt opnieuw de hoogte tot driehonderd meter.
New Yorkers kijken naar boven en schreeuwen in koor:
 “God! Niet weer!
Op precies 5 minuten na 9 uur kust de neus van de Boeing 767- UА 175, waarin 200 kg. eersteklasse uranium is ingebouwd, op volle snelheid het ontvangende apparaat dat zich bevindt in het kantoor van de zuidtoren van het World Trade Center. Een sterke explosie weerklinkt. Direct ontploft het reservoir met brandstof. Het veroorzaakt een enorme brand die zich bliksemsnel verspreid. Alle ambtenaren ook op die  verdieping verbranden levend als waren zij kaarsen.
New Yorkers kijken met stille verbijstering naar de grote brand. Zwarte rook stroomt de lucht in uit beiden torens.
De taxichauffeur en zijn klant stappen uit de auto:
Nou, dit is geen toeval, zeg ik je! Dit is terrorisme.”
Zijn klant knikt!
Ja! Ja! U hebt gelijk! 




HOOFDSTUK TWEE

MODERNE GLADIATOREN


Vanochtend zijn de straten van Karlsruhe als gewoonlijk rustig. Een zwarte limousine, waarin zich  naast de chauffeur twee tot tanden bewapende leden van de Veiligheidsdienst bevinden die belast zijn met de bewaking van de Staatsprocureur-Generaal van West-Duitsland, rijdt uit de Hans Thomasstraat naar links en gaat langzaam de Waldstrasse in.
10 meter verder ziet de chauffeur zich gedwongen om op zijn rempedaal te trappen. Met veel geluk raakt de limousine slechts tien centimeter van de achterkant van een vuil en schrootrijp minibusje dat op het midden van de straat staat. Aan de rechterkant van het busje staat een grijze dame.
De chauffeur drukt op zijn claxon. Tuuu! Tuuu! Tuuu!
Hardop vloekend heft het omaatje haar handen ten hemel. “Kutmotor!”
De openbare aanklager vouwt zijn ochtendkrant Die Welt dicht en zegt vastberaden: “Vraag haar om dat wrak opzij te zetten!”
Een van de bodyguards drukt op een knop om zijn raam te openen en zegt met een strenge stem: “Ben je gek geworden? Zet dat wrak opzij!”
De oude vrouw knikt met haar hoofd op en neer en zwaait met haar handen. “De motor is stuk, meneer.”
De tweede bodyguard opent het raam aan zijn kant. “Ha! Jij bent zo te zien ook stuk, wijf!”
De openbare aanklager glimlacht. “Ha! Ha! Ha! Beide zijn rijp voor de sloop!”
Het omaatje nadert de bodyguard aan de linkerkant van de limo. “Alstublieft,” zegt ze, “help me om mijn busje aan de kant te duwen.”
“Ha! Ha! Ha! Geen sprake van.”
Een motorfiets, bestuurd door een stevige kerel met achterop, met haar handen om zijn buik, een te mooie, slanke langharige blondine, stopt aan de rechterkant van de limousine. “Kutwijf!” scheldt de motorrijder. “Weg, opzij met die prullenbak!”
De blondine kijkt de bodyguard aan en knipoogt. “Goedemorgen!”
“Goedemorgen, goedemorgen,”  antwoordt de bodyguard spontaan.
“Vraag die mensen om dat vuilniskrat opzij te duwen,” zegt de openbare aanklager:
De bodyguard grijpt de gelegenheid aan om zich tot de blondine te wenden. “Help dat zielige omaatje alsjeblieft om haar busje naar de zijkant te verplaatsen.”
“Waarom helpen jullie zelf niet?”
“Wij zijn politie.”
De blondine trekt haar hoofd iets naar achteren. “Ooo!”
De bodyguard merkt dat ze bang wordt. “Maakt u zich geen zorgen. We zijn bodyguards van een zeer belangrijk persoon. Hij werkt daar in het federale gerechtshof.” 
De blondine stapt van de motor af, terwijl de motorrijder twijfelt of hij dat ook zal doen.
Op hetzelfde moment trekt de oude vrouw razendsnel een pistool onder haar versleten jas vandaan; hetzelfde doet ook de blondine, zij trekt een revolver onder de oksel van haar blauwe lederjas.
De oude vrouw schiet de bodyguard die zich aan haar kant bevindt in zijn voorhoofd, de blondine ook de hare. Beiden richten snel hun pistolen op de openbare aanklager die probeert zijn gezicht te beschermen met de ochtendeditie van Die Welt. Vier kogels sturen hem naar de andere wereld. De oude vrouw schiet nog twee keer op de chauffeur, die met gebogen handen instinctief probeert zijn hoofd te beschermen, maar het mag niet baten. Binnen een paar seconden is operatie 'De wraak' voltooid.
De oude vrouw haast zich naar het busje, schreeuwend  naar de motorrijder: “Alex, Bianca, wegwezen!”
De blondine springt behendig achterop de motorfiets, schreeuwend naar de oude vrouw, die op het punt staat de deur van het busje in te gaan. “Jil, goede treffers!”
De zoon van een SS-generaal, die zich vermomd heeft in de kleren van een oude vrouw, wuift met zijn hand als teken van goedkeuring. “Ook die van jouw, ga!”
De motorrijder gaf gas en de motor vliegt richting het Schulbezirkpark. Het minibusje volgt hem.
Haagse Muis drukt op de afstandsbediening. De videorecorder stopt de gefilmde opnamen.
Avdo steekt de duim van zijn rechterhand omhoog. “Alle eer. Gefeliciteerd!”
Bianca staat op van het bankstel. “Willen jullie koffie?”
Haagse Muis knikt.”Ja!”
“Ja, graag. Dank je,” voegt Avdo er spontaan aan toe.
De dertigjarige, lang en slank als een pijl, met rood geverfd haar dat tot haar billen reikt, gekleed in een roze blouse en de kortste minirok in de wereld, verlaat de salon en loopt met wiebelende heupen naar de keuken.
Avdo staart haar verlangend achterna. Haagse Muis merkt het, maar doet alsof hij het niet heeft gezien. “Vind je ‘t mooi?”
“Ja, ja! Fantastische film. Alleen was het slim om dat op te nemen? Stel je voor dat het in handen valt van de politie!”
“Ha! Ha! Ha!” grijnst Haagse Muis. “Wij zijn de politie. Maar ik bedoel niet die film, idioot. Ik vraag of je mijn vrouw mooi vind?”
“Ze is mooi. Godzijdank. Maar jij denkt toch niet ...
“Dat jij haar een beurt zal geven?” vult Haagse Muis hem aan.
Avdo roert zich op zijn plaats. “Man, ben je gek! Ik ben je gabber.”
“David was ook jouw gabber.”
Avdo’s gezicht kleurt rood als een rijpe tomaat. Hij kucht. “Hmm! Hmm! Ja, dat was echt stom van me.”
“Avdo! Ik vraag je, wil je mijn vrouw naaien?” schreeuwt Haagse Muis onverwacht.
“Natuurlijk niet, man!”  Avdo begint te zweten.
“Ha! Ha! Ha!” grijnst Haagse  Muis.
“Ik zweer het je!”
“Wacht even, primitieve lul. Jij begrijpt ‘t niet. Ik hou ervan te kijken en te filmen als ze met anderen neukt.”
Avdo veegt het zweet van zijn voorhoofd. “Je maakt een grap!”
Haagse Mouse gaat dichterbij hem zitten. “Helemaal niet!”
“Begrijp ik niet!”
“Dit is mijn zwakke punt.”
“Je zult toch niet bedoelen ..?
“Dat anderen haar geneukt hebben.” vult Haagse Muis hem weer aan.
“Nou, ik zou ze allemaal vermoorden.”
“Maar, ik ben jou niet.”

* * *



HOOFDSTUK DRIE

Vliegtuigen vallen uit de lucht als regendruppels 
(niet compleet; noot: WACE staat voor World Atomic Counterespionage)

20 december 1988
WACE
Amsterdam

TOP SECRET:
Aan de algemene directeur van de CIA

Washington D.C.

Beste Bill,

Morgenavond, 21 december, zal het Pan Am passagiersvliegtuig type Boeing 747 - N739PA – die gepland is om op 18:25 uur, Britse tijd te vertrekken vanaf vliegveld Londen Heathrow richting vliegveld John F. Kennedy in New York, gekidnapt worden door de internationale anarchistisch-terroristische bende ‘Titanen’.
Er bestaat gegronde verdenking dat met dit toestel hetzelfde zal gebeuren als bij velen andere; de genoemde bende zal het, nadat ze de passagiers beroofd hebben, opblazen.
Dringend verzoek om de vlucht van het betreffende toestel uit te stellen.
Indien mogelijk, leden van de bende arresteren.
Hun namen en signalementen zijn jullie allang bekend.

Hoogachtend,

WACE
Algemeen directeur voor Europa.
*

20 december 1988
TOP SECRET:
ALGEMEEN DIRECTEUR van de CIA
WASHINGTON D.C.
Aan de algemeen directeur WACE voor Europa
Amsterdam

Meng je niet in zaken die niet binnen jullie categorie vallen.
Hoogachtend,
Algemeen Directeur van de CIA

*

Jil opent de deur van de Pan Am Boeing 747 en gooit een zak naar beneden in de donkere nacht. Hij geeft een signaal aan zijn compagnons. Als eerste springt Avdo, dan Alex, daarna Bianca en uiteindelijk hij zelf.
Allen vliegen ze als pijlen naar beneden. Jil haalt de zak in en springt erop alsof het om een paard gaat.
Op een hoogte van enkele honderden meters trekt Jil aan het handvat; de parachute opent. Dat doen ook de andere leden van de anarchistisch-terroristische brigade 'Titanen' die deelnemen aan deze misdaad.
Een twintigtal meters boven de grond slipt Jil van zijn 'paard' af; de zak vliegt sneller naar beneden dan hem. Vlak daarna hoort hij een doffe dreun van de zak die valt op de witte deken van het Yorkshire Dales grasland, een vijftigtal kilometers ten noorden van de stad Manchester. Onmiddellijk daarna valt hij veilig op de witte deken. Er klinkt een dreun op de grond, daarna nog twee.
Hij constateert bij zichzelf dat alle leden van zijn groep veilig zijn geland.
Jil ontkoppelt behendig zijn parachute, trekt zijn gasmasker en flessen met zuurstof af en pakt snel zijn parachute in.
Hij draait zich om en bemerkt drie figuren die naar hem toe lopen.
“Zoek de zak!" zegt hij bazig.
“Ik heb ‘m al,” antwoordt Bianca die de zak achter zich aansleept.
“Wat nu?” zegt Avdo nieuwsgierig.
Jil drukt op een lampknopje van zijn horloge. Het is precies 19 uur.
“De bom die aan boord is geplaatst kan ieder moment exploderen. Ik hoop dat alles goed gaat.”
“Hier in de buurt moet de Stanford-weg liggen! Laten we daarheen gaan,” stelt Bianca voor.
“Daar op die boerderij is onze jeep verborgen,” voegt Alex er aan toe.
“Oké! Daar zullen we een paar uur gaan rusten. En dan richting Morecambe,” legt Jil uit.
“In Morecambe-haven ligt ons jacht voor anker,” zegt Bianca gewichtig.
“Precies! Bernard is daar al een paar dagen met de ‘FBI-advocate’,” voegt Jil er aan toe.

(wordt vervolgd, indien de nodige middelen worden gevonden, financieële bijdragen zijn zeer welkom; potentiële sponsors of coproducenten worden vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever via info@willehalm.nl)